Honden met gedragsproblemen belanden vaak in het dierenasiel omdat hun verzorgers geen andere uitweg meer zien. De problemen beginnen meestal klein met trekken aan de lijn of opspringen en lopen zo rond de puberteit (vanaf 8 maand) helemaal uit de hand. Nochtans is dat zo gemakkelijk te voorkomen. Een beetje kennis van hondentaal is vaak al voldoende.
“Als je niet braaf bent, dan breng ik je naar het asiel.” Een dreigement dat ik mijn hond Kibo wel eens naar het schattige kopje durf gooien als ze weer eens op mijn zenuwen werkt. Een loos dreigement natuurlijk. De laatste keer dat ik haar dreigde kwijt te raken was toen mijn huisbaas vier jaar geleden besloot dat hij geen huisdieren meer in de huurwoning wilde. Ik ben prompt en zonder zicht op een nieuwe woonst vertrokken. Geheel bereid om onder een brug te gaan liggen. Dat bleek naderhand gelukkig niet nodig. Maar het idee blijft hetzelfde. Mijn hond wegdoen zou voelen als een deel van mezelf kwijtraken. Kibo is familie en familie, die breng je niet naar het dierenasiel.
Noodzakelijk
Niet dat ik iets tegen dierenasielen heb. Ze zijn jammer genoeg noodzakelijk. Vrijwilligers verrichten er geweldig werk en de meeste honden die er belanden zijn er effectief beter af dan in de situatie van waaruit ze komen. Nu heb ik het geluk met verschillende dierenasielen te mogen samenwerken en daar dus geregeld een kijkje achter de schermen te mogen nemen. En elke keer weer ben ik vol bewondering over hoe de vele medewerkers en vrijwilligers er het hoofd koel houden. Want de redenen waarmee mensen soms komen aanzetten als ze er hun hond droppen, maken me elke keer weer heel triest.
Uiteraard zijn er situaties waarbij het écht niet anders kan. Zoals bij een sterfgeval bijvoorbeeld of als een kind allergisch blijkt te zijn. Maar wat ik het meest triest vind, zijn mensen die hun dier naar het asiel brengen omdat die iets doet dat zij niet ok vinden. Denk aan bijten in de meubels, trekken aan de leiband, blaffen naar de buren of zelfs bijten naar de kinderen. Sommige zetten hun dier af zonder omkijken. Bij andere komen er heel wat tranen aan te pas. Maar het eindresultaat blijft hetzelfde. Een zielige hond in een hokje. Vaak met een gedragsprobleem dat hem moeilijk(er) te plaatsen maakt. Het duurt dus nog wel even voor het juiste baasje langs zal komen.
Snel is niet aan de orde
Ook mensen die mij opbellen spelen vaak al met het idee om hun hond naar het asiel te brengen. Zo kreeg ik laatst nog een telefoontje van en dame eind de 60. Zij en haar man waren net op pensioen en hadden zich een Mechelse herder aangeschaft. In het begin ging alles goed. Maar nu was het dier ongeveer een jaar oud en ‘onhandelbaar’. De hond had haar omver getrokken op wandeling, sprong op naar bezoekers en had zelfs al eens naar haar man gehapt toen die laatste een bal uit de mond van de hond wilde halen. Dat moest de hond allemaal afleren en snel ook want anders zouden ze hem naar het asiel brengen.
Jammer genoeg moest ik hen meedelen dat in zulke situaties ‘snel’ niet aan de orde is. Hun hond bleek niet alleen puberstreken te hebben, maar ook vrij agressief te zijn naar bezoekers en andere honden op wandeling. Oplosbaar? Ja, met wat goede wil en veel tijd, geduld en kennis wel. Gemakkelijk? Zeker niet. Deze mensen opteerden dan ook voor de weg van de minste weerstand en besloten asielen te gaan bellen. Als die al plaats hebben (wat op dit moment geen zekerheid is) dan staan die absoluut niet te springen om een Mechelse herder met gedragsproblemen in huis te halen. Niet omdat ze zo een hond niet willen helpen. Wel omdat ze weten dat zijn verblijf in het dierenasiel lang zal zijn. Op die manier houdt hij een plek van (vele) andere honden bezet. Een hartverscheurende keuze. Maar wel één die asielmedewerkers elke dag moeten maken.
Voorkomen is beter dan genezen
Waarom vertel ik dat allemaal? Omdat dit een probleem is dat voorkomen had kunnen worden. Voorkomen is altijd beter dan genezen en in dit geval ook veel makkelijker en goedkoper. Met een beetje basiskennis van hondentaal had het koppel ingezien dat hun harde aanpak niet werkte. Zo hadden ze hun hond bijvoorbeeld afgeleerd om te grommen. Iets dat hij geregeld deed. Dan kreeg hij een foei of zelfs een stevige tik. Gevolg, de hond was gestopt me grommen. Hadden die mensen geweten dat grommen in hondentaal niks meer of minder is dan een stevige waarschuwing voor er een beet volgt, dan hadden ze daar misschien twee keer over nagedacht.
Een beetje basiskennis bij iedereen die een hond heeft of erover nadenkt om er één in huis te halen is zo belangrijk. Eigenlijk is het zelfs een verplichting. Wij krijgen zo veel van onze honden. Liefde, loyaliteit, vertrouwen,… Het minste wat wij kunnen terug doen is hun taal leren begrijpen en rekening houden met hun noden. Je krijgt er niet alleen een gelukkige hond voor terug. Je leert ook praten met je hond op een manier die hij of zij begrijpt. En een hond die jouw begrijpt is een hond die goed luistert. Steek je neus dus de komende weken even in een boek, volg een cursus, luister een podcast, en leer je hond begrijpen. Hij zal je dankbaar zijn.
Pootje!
Annelies en Kibo
Heb je problemen met je hond en zoek je hulp? Ik sta altijd klaar om te helpen met een gratis telefonische introductiebabbel.
Meer leren over hondengedrag? Dat kan met de gratis audiocursus: https://hondeninnesten.be/gratis-audiocursus/