“Een hond uit het buitenland? De Belgische asielen zitten vol!” Is iets dat ik vaak te horen krijg als ik vertel waar Kibo vandaan komt. Sommige professionals zijn zelfs ronduit tegen het adopteren van honden uit het buitenland. En inderdaad er zijn waslijsten aan redenen om geen hond uit het buitenland te halen. Mensen doen het vaak omdat ze een hond willen redden, maar onderschatten wat het inhoudt. Ik zou het zeker ook niet iedereen aanraden. Maar er zijn weldegelijk ook een paar goede redenen om het wel te doen.
Een hond uit het buiteland halen lijkt de laatste jaren steeds vaker te gebeuren. De organisaties die de honden naar hier halen schieten als paddenstoelen uit de grond en zijn lang niet allemaal even betrouwbaar of begaan met het welzijn van honden. En ook met goede bedoelingen loopt het vaak fout. Honden met trauma komen in drukke gezinnen terecht met te hoge verwachtingen. Uiteindelijk belanden ze in het dierenasiel of erger. Vaak door een gebrek aan kennis van wat zo een hond nodig heeft. Het systeem is dus zeker voor verbetering vatbaar.
Toch zou ik mijn eigen buitenlander voor geen geld ter wereld willen ruilen. Haar onafhankelijkheid, zelfstandigheid en voorkeur voor rust, stilte en vrede zijn typische eigenschappen voor een straathond uit het buitenland en net ook de reden dat zij de perfecte hond is voor mij. Bovendien heeft ze mij zoveel geleerd over geduld en empathie. Naast al die redenen om het niet te doen, zijn er dus zeker ook heel wat om wel voorbij onze grenzen op zoek te gaan naar een beste vriend.
Niet zo vol als je denkt
Ten eerste zitten de dierenasielen hier niet altijd zo vol als mensen wel denken. Of toch niet met het soort honden waar mensen traditioneel naar op zoek zijn. Een groot deel van de honden uit het dierenasiel hebben ook al een stevige rugzak en worden niet geplaatst bij kinderen, andere honden, katten of in drukke gezinnen.
Asielmedewerkers zijn (helemaal terecht) streng voor kandidaat adoptanten. Ze willen het allerbeste voor die honden en dat is niet altijd gemakkelijk. Voor sociale, vriendelijke honden zonder gedragsproblemen of handleiding is er steevast een wachtlijst.
Je doet niet mee aan broodfok
Het andere alternatief, een hond halen bij een fokker, is ook geen rozengeur en maneschijn. Goede fokkers hebben wachtlijsten tot drie jaar. En als je op zoek gaat op het internet, dan is de kans groot dat je bij een broodfokker terecht komt. Mensen kopen een hond bij Houssin of Debrabandere in de veronderstelling dat dat wel ok zal zijn. Want het zijn organisaties die legaal opereren en erkend zijn door de overheid.
Maar niks is minder waar. Broodfokpuppy’s komen ook uit het buitenland, gaan veel te jong bij de mama weg en kennen absoluut geen goede start in het leven. Om nog maar te zwijgen van de absoluut tragische omstandigheden waarin ouderdieren gehouden en mishandeld worden. Door een hond te kopen bij een broodfokker, houd je dus dierenmishandeling in stand. Door een hond uit het buitenland te halen werk je dus alvast niet mee aan die praktijken.
Minder kans op een genetische afwijking
Rashonden van bij een goede fokker kampen dan weer met hun eigen problemen. Volgens de laatste schatting zou tot 35 procent van de rashonden met een genetische afwijking kampen. Mopshondjes die heel jong een operatie moeten ondergaan omdat ze niet kunnen ademen. Een Duitse herder die nog voor hij twee jaar oud is een nieuwe heup nodig heeft, labradors die zo allergisch zijn aan gras dat ze binnen moeten blijven. Ik heb het helaas al allemaal zien voorbijkomen. Een straathond uit het buitenland overleeft vaak al generaties lang volgens het principe van ‘survival of the fittest’ dat betekent dat alleen de best aangepaste overleeft in de natuur. Zo een hond kampt dus veel minder met dat soort afwijkingen.
Een buitenlandse hond is niet altijd een straathond
Niet elke hond uit het buitenland is ook een straathond. In Roemenië bijvoorbeeld worden honden vaak aan de deur gezet als ze niet meer klein en schattig zijn. Of de hond des huizes heeft puppy’s gekregen en die worden gedropt in een shelter.
Wie zo een hond adopteert haalt dus eigenlijk geen straathond in huis. Maar een huishond uit het buitenland. Deze honden zijn vaak beter aangepast aan het samenleven met mensen dan rasechte straathonden die al generatieslang op hun hoede zijn voor niet soortgenoten.
Je maakt een verschil
Akkoord honden naar hier verschepen is geen structurele oplossing. De oplossing op grote schaal voor buitenlandse honden ligt in het verbeteren van hun leefomgeving in hun thuisland. En die ene hond die jij adopteert, maakt geen verschil in het grotere geheel.
Maar je maakt weldegelijk een gigantisch verschil in het leven van die ene hond. Die was anders misschien doodgevroren op straat of had zijn hele leven in een kil schelter moeten slijten. Voor die ene hond maak jij dus een wereld van verschil.
Tegelijk zorg je er met adoptie ook voor dat er niet nog meer honden gefokt worden in een wereld waar er al meer honden dan goede baasjes zijn.
Je ondersteund het asiel waar je de hond adopteert
Veel organisaties die honden uit het buitenland naar hier brengen houden zich niet alleen bezig met adopties. Vaak hebben ze ook een plan om het leven van de honden in het land van herkomst te verbeteren.
Ze voederen en verzorgen straathonden, ze hebben castratie- en sterilisatieprojecten lopen, proberen de lokale bevolking te onderwijzen over honden, ze lobbyen bij lokale overheden voor een betere behandeling van zwerfhonden,… Kies je dus voor een goede organisatie, dan help je met je adoptie ook hen en dus vele andere honden vooruit.
Je kan zoveel leren
Wie dankbaarheid verwacht van een buitenlandse hond zal teleurgesteld worden. Je adopteert dikwijls een hond met een rugzakje die zelfs in het beste geval tijd zal nodig hebben om zich aan te passen aan zijn nieuwe leven. Verwachten dat hij ‘braaf’ is omdat jij hem gered hebt is onrealistisch en gedoemd om te mislukken.
Maar wie ervoor open staat kan van zo een hond heel veel leren over geduld, mildheid en empathie. Door de vraag te stellen ‘wat heeft mijn hond nodig?’ leer je niet alleen heel veel over honden en hoe ze communiceren. Je leert ook bij over jezelf en hoe jij in het leven staat, wat je kan opbrengen voor een ander.
Ik kan met heel veel zekerheid zeggen dat mijn leven er helemaal anders zou uitzien als ik Kibo niet uit die vuilnisbak gevist had. Ik zou zeker niet de carrière en het huis hebben die ik nu heb. En ik durf zelfs te beweren dat ik emotioneel een heel ander, minder goed, mens zou zijn.
Ik wil met mijn betoog niet iedereen aanmoedigen om meteen een buitenlandse hond in huis te halen. Het is en blijft een besluit waar je goed moet over nadenken. Zoek uit of jij de zin, de tijd, het geduld en eventueel het geld hebt om zorg te dragen voor zo een hond. Kies in de eerste plaats altijd een hond die goed bij jou en je levensstijl past. En wees steeds bereid om om hulp te vragen bij een professional als je daar nood aan hebt. Rekening gehouden met al die zaken? Goed nagedacht en je wil er nog steeds voor gaan? Dan kan ik alleen maar zeggen: doen! Ze kunnen je leven voor altijd veranderen.
Hulp nodig bij jouw buitenlandse hond? Boek dan zeker even een gratis telefonische introductiebabbel. Ik kijk graag waar ik kan helpen! https://hondeninnesten.be/gratis-introductiebabbel/
Pootje!
Annelies en Kibo